Met zijn belofte om de lage inflatie in de eurozone indien nodig ook met onconventionele middelen te bestrijden, stelde president Mario Draghi van de Europese Centrale Bank (ECB) beleggers donderdag iets gerust. Zijn woorden waren echter niet overtuigend genoeg om tot grote koersuitslagen te leiden.

In Amsterdam bleven de beursgraadmeters ook na de toelichting van Draghi op het maandelijkse rentebesluit roodgekleurd. De leidende AEX-index zakte 0,1 procent tot 405,69 punten en de MidKap 0,2 procent tot 675,33 punten. In Londen daalde de FTSE 0,2 procent. De hoofdgraadmeters in en Parijs stegen tot 0,4 procent.

De ECB besloot de rentetarieven ongewijzigd te laten en nam ook geen andere maatregelen om het prijspeil in de eurolanden op te drijven. De aanhoudend lage inflatie wakkert de vrees aan voor deflatie, waarbij de prijzen dalen. Dat wordt beschouwd als een bedreiging voor de economie omdat consumenten aankopen zouden gaan stellen.

Obligatieaankopen

Draghi zei dat het ECB-bestuur wel unaniem bereid is om met bijvoorbeeld obligatieaankopen de geldhoeveelheid te verruimen. Dat zou de inflatie moeten opdrijven. Econoom Carsten Brzeski wees er evenwel op dat de centrale bank het opnieuw slechts bij woorden houdt, hoewel de toonzetting volgens hem wel op een waakzamere houding wijst.

Macro-economische cijfers uit het eurogebied gaven eveneens een gemengd beeld. De winkelverkopen zijn in februari onverwacht toegenomen, maar de bedrijvigheid in de dienstensector nam in maart minder sterk toe dan voorzien.

KPN

Telecomconcern KPN stond onderaan de AEX met een verlies van 3,1 procent. SBM Offshore volgde met een min van 2,8 procent. De toeleverancier aan de olie- en gasindustrie leverde daarmee een flink deel van de koerswinst van een dag weer in. Bierbrouwer Heineken ging aan kop bij de hoofdfondsen met een winst van 0,8 procent.

ING won 0,5 procent. Het Europese Hof van Justitie in Luxemburg oordeelde dat de steun die de bank en verzekeraar in 2008 en 2009 van de Nederlandse overheid kreeg, niet in strijd was met de Europese staatssteunregels.

De euro was 1,3709 dollar waard, tegen 1,3759 dollar een dag eerder. De prijs van Amerikaanse olie steeg 0,3 procent tot 99,92 dollar per vat van 159 liter. Brentolie werd 0,7 procent duurder en bracht per vat 105,56 dollar op.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl